Veldslagen van de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871)
Toen de Frans-Pruisische Oorlog uitbrak in 1870 had niemand verwacht dat de Pruisen de oorlog zouden winnen. Frankrijk had tenslotte de beschikking over een groot en ervaren beroepsleger en het Pruisische leger bestond voornamelijk uit dienstplichtigen. Toch wist de Pruisische opperbevelhebber vriend en vijand te verrassen door het Franse leger in minder dan één maand te verslaan. Door de snelheid en het schijnbaar geniale plan kreeg de Pruisische veldtocht onder militairen en historici een haast mythische status. De oorlog zou de balans tussen de Europese grootmachten verstoren met de vorming van het Duitse Keizerrijk.
De aanleiding voor de Frans-Pruisische Oorlog
Toen in 1868 de Spaanse Revolutie uitbrak, werd de Spaanse koningin Isabella II afgezet. Het kiezen van een troonopvolger bleek problematisch vanwege diverse interne en soms tegenstrijdige belangen van de revolutionairen. Eén van de mogelijke troonopvolgers was Leopold van Hohenzollern-Sigmaringen, een ver familielid van koning Wilhelm I van Pruisen. Napoleon III van Frankrijk vreesde voor een lid van Huis Hohenzollern op de Spaanse troon, omdat een bondgenootschap tussen Spanje en Pruisen dan zeer waarschijnlijk was en dat zou betekenen dat de Fransen in het geval van oorlog aan twee fronten zouden moeten vechten. Om dit te voorkomen probeerde Napoleon om Wilhelm ervan te overtuigen de kandidatuur van Leopold in te trekken. Bismarck speelde hier handig op in door een telegram zodanig te wijzigen dat het leek op een Franse belediging aan het adres van Wilhelm. De publicatie van Bismarcks bewerking was op zijn beurt een belediging voor Napoleon, die reageerde met mobilisatie en een oorlogsverklaring op 17 juli 1870.
De Franse strategie
De Fransen zouden hun troepen verdelen in drie legers: een leger in Metz, een in Straatsburg en een achterhoede in Chalons. Napoleons plan was om de legers van Metz en Straatsburg te combineren en de Rijn over te steken ten zuiden van Rastatt om vervolgens een wending in noordwestelijke richting te maken om de Pruisische troepen nog tijdens hun mobilisatie aan te vallen. Het leger van Chalons zou dienen als achterhoede om een Pruisische tegenaanval op te vangen.
De Pruisische strategie
Ook de Pruisen verdeelden hun troepen in drie legers: het Eerste Leger bij Trier, het Tweede Leger bij Mainz en het Derde Leger bij Karlsruhe. Met deze opstelling zou de Rijn in het noorden eenvoudig verdedigd kunnen worden, terwijl een Franse aanval ten zuiden nutteloos zou zijn, omdat dan een Pruisische opmars langs de Rijn het aanvallende leger zou afsnijden van de rest Frankrijk. Communicatie, bevelvoering en bevoorrading werden dan haast onmogelijk. Mocht Frankrijk nog niet hebben aangevallen wanneer de Pruisische mobilisatie voltooid was, bevonden de Pruisische legers zich in een geschikte positie om zelf het initiatief te nemen. De Pruisen zouden dan in de richting van Parijs marcheren tot zij het Franse leger zouden hebben verslagen. De stad Metz lag op deze route en zou zuidelijk worden gepasseerd, opdat het Franse leger richting het noorden zou worden gedreven.
Het verrassende succes van de Pruisische veldtocht
De Pruisische mobilisatie bleek inderdaad eerder voltooid dan de Franse en zodoende begon de Pruisische opmars naar Parijs. De eerste veldslag van de Sedan-campagne vond plaats op 6 augustus bij Spicheren en de laatste op 1 september bij Sedan. Hoewel de belegering van Parijs de duur van de oorlog nog zou rekken, was de snelheid van de Pruisische veldtocht verbluffend: in nog geen maand tijd werd het Franse beroepsleger, dat destijds bekend stond als 's werelds beste landleger, verslagen door het Pruisische leger dat hoofdzakelijk bestond uit dienstplichtigen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Frans-Pruisische oorlog de bijna mythische status van "ideale oorlog" kreeg toegedicht. In deze special worden de veldslagen van deze indrukwekkende veldtocht beschreven.